Woensdag 19 april stuurde minister Wiersma een brief naar de Tweede Kamer met daarin o.a. zijn reactie op het IBO-onderzoek Koersen op kwaliteit en kansengelijkheid van eind 2022. Het onderzoek geeft aanleiding om te kijken naar de sturing in het onderwijs. De problemen in het onderwijs zijn te groot en de overheid moet hiermee aan de slag. Jilles Veenstra, voorzitter van de FvOv: “Het is goed om het besturingsmodel onder de loep te nemen en we kennen deze minister als een minister die van aanpakken weet. De dalende prestaties, lerarentekorten en kansengelijkheid zijn thema’s die aangepakt moeten worden en we gaan dan ook graag, met de andere actoren in het onderwijs, in gesprek met de minister om te kijken hoe het anders kan.”

De minister geeft aan dat hij de overheid dichter bij het onderwijs wil brengen, wanneer dat op een helpende wijze kan, dan juichen we dat toe, maar we gaan erop toezien dat de rol van de leraar niet kleiner wordt. Het is belangrijk dat de leraar in zijn kracht gezet en vertrouwd wordt. Hoe dit past in het verscherpte toezicht van de inspectie, gaan we zien. Autonomie van besturen is geen doel op zich en wanneer het niet lukt de huidige problemen in het onderwijs aan te pakken in dit systeem zou het goed zijn het (deels) anders in te richten.

Daar hoort ook een heroriëntatie bij over het arbeidsvoorwaardenoverleg, we gaan daar graag het gesprek over aan in de komende tijd.